dinsdag 29 september 2009

Afstammingsonderzoek in vrouwelijke lijn.


U weet het inmiddels: het Gemeentearchief Rotterdam is op zoek gegaan naar de dochters van Kaat Mossel. Of eigenlijk naar de dochters van de dochters van de dochters van de dochters... En zo voort tot de nu levende vrouwelijke nazaten. Onderzoek naar afstamming in vrouwelijke lijn wordt nog niet heel veel gedaan. Waarom eigenlijk niet?

Geslachtsnaam als 'kapstok'
Genealogisch onderzoek is onderzoek naar verwantschap. Het duidelijkste teken van verwantschap is een gemeenschappelijke achternaam. Daarom wordt bij veel genealogisch onderzoek een geslachtsnaam als 'kapstok' gebruikt, en de geslachtsnaam werd tot voor kort altijd in mannelijke lijn doorgegeven. Pas sinds 1998 kunnen ouders kiezen of ze hun kinderen de achternaam van de vader of die van de moeder geven. Voor die tijd kreeg een kind automatisch de naam van de vader. Alleen wanneer de ouders niet getrouwd waren en de vader het kind niet erkende, kreeg een kind vroeger de achternaam van de moeder. Bij onderzoek naar afstamming in mannelijke lijn hebben we dus in elke generatie met dezelfde achternaam te maken, terwijl we bij onderzoek naar afstamming in vrouwelijke lijn bij vrijwel elke generatie een andere achternaam vinden.

Vrouwelijke lijn betrouwbaarder
Voor de manier van onderzoek maakt het niet uit of u de mannelijke of de vrouwelijke lijn volgt. Zowel in akten van de burgerlijke stand als in doopboeken worden altijd beide ouders genoemd. Afstammingsonderzoek in vrouwelijke lijn is dus niet ingewikkelder. Het is wel betrouwbaarder. Vaderschap is immers onzekerder dan moederschap. Er bestaat altijd een kleine kans dat de wettige vader van een kind niet de biologische vader is. Hoe groot die kans precies is, is niet duidelijk. De verschillende percentages die in omloop zijn berusten meer op schattingen dan op uitgebreid onderzoek. Vast staat dat de onzekerheid per generatie oploopt. Stel dat er 95% kans is dat de wettige vader van een kind ook de biologische vader is. Dan is de kans dat de officiële grootvader de biologische grootvader is 95% van 95% (dat is 90¼ %). Na tien generaties is dat percentage al gedaald tot iets minder dan 60%.

Overigens is het niet noodzakelijk een keuze te maken tussen afstammingsonderzoek in vrouwelijke of in mannelijke lijn. Bij een zogenoemde kwartierstaat zijn alle voorouders even belangrijk. Er wordt dan niet alleen gezocht naar de vader van de vader van de vader, of naar de moeder van de moeder van de moeder, maar naar zowel de vader als de moeder van elke voorouder.

Dat het Gemeentearchief Rotterdam voor de vrouwelijke lijn heeft gekozen, heeft vooral een praktische reden. Sinds Kaat Mossel zijn we zo'n 10 generaties verder. Die volledig in beeld brengen, zou een heel uitgebreid onzerzoek vergen. Daar komt bij dat de mannelijke lijn al gedeeltelijk is uitgezocht. Dat neemt niet weg dat we ook geïnteresseerd zijn naar al die andere nakomelingen van Kaat Mossel. We roepen hen dan ook op zich bij ons te melden via communicatie@gar.rotterdam.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten